In mijn vorige nieuwsbrief kon je lezen waarom de dochter van Maaike haar spontaniteit niet in alle situaties durft te laten zien. In dat gesprek ontdekten we wat Maaike zelf als kind had aangeleerd en afgeleerd te doen. Dat maakte dat Maaike niet in alle situaties helemaal zichzelf durfde te zijn. 
In een aantal vervolgsessies met Maaike zijn we samen aan de slag gegaan met de herinneringen, overtuigingen, gedachtes en gevoelens die daarbij horen. Met het doel ze te neutraliseren of te veranderen. In deze nieuwsbrief lees je hoe onze laatste sessie verliep.
 

Wandelen in de duinen

Vandaag gaan Maaike en ik wandelend aan de slag in een prachtig natuurgebied

Terwijl we, al lopend, een prachtig uitzicht hebben op de duinen blikken Maaike en ik nog even terug op het doel waarom Maaike het kindertolktraject bij mij gestart was. De wens van Maaike voor haar dochter Floor was dat ze helemaal zichzelf kan zijn. Dat ze in alle situaties is wie ze werkelijk is. En dat ze in alle situaties voor zichzelf opkomt. En mensen die bij haar passen. Echte vriendinnen. Want dan wordt het leven leuker en makkelijker.


Veranderingen

“En welke verandering heb je gemerkt bij Floor?”, vraag ik Maaike
 Maaike antwoordt: “Floor maakt stevige keuzes. Zo was ze laatst op een feestje waar ze met elkaar een filmpje hadden gemaakt. Op het idee om het filmpje door te sturen naar de meester van hun klas, was Floor de enige die aangaf dat niet te willen. Dat vond ik heel dapper van haar. Daarnaast heeft ze een keus gemaakt naar welke middelbare school ze wil gaan. Niemand van haar huidige klas gaat erheen. Het lijkt ook alsof ze van meer van een afstand kan kijken naar dingen zonder geraakt te worden.”

“Dat klinkt alsof ze meer vertrouwen heeft in wat ze doet en daar onafhankelijker in kan zijn”, zeg ik. “Ja, dat klopt”, zegt Maaike. En ik zie een blije glimlach op het gezicht van Maaike verschijnen. Ik vervolg: “Dat past mooi bij je wens voor Floor.” en vraag haar dan: “En hoe is dat bij jouzelf op dit moment?”

“Ik ben wel duidelijk bezig om ook keuzes te maken op werkgebied”, zegt Maaike. “Meer bezig met wat is nu eigenlijk mijn eigen visie en idee ten aanzien van mijn werkgebied. En ik heb wat meer afstand van mijn hardloopclub genomen. Dat clubje waar ik enerzijds wel bij wilde horen, maar me toch niet helemaal op mijn gemak voel.“ “Dat klinkt alsof er dus ook veranderingen merkbaar zijn bij jou”, zeg ik. “Ja, misschien”, zegt Maaike nog niet helemaal overtuigd.


Spiegelen

Ik vraag Maaike wat haar vraag voor vandaag is. “Ik merk dat Floor nog steeds moeite heeft met echte vriendinnen”, zegt Maaike. “Ze spreekt wel met verschillende meiden af, maar ik heb het idee dat het niet echt vriendinnen zijn.”
En hoe speelt dat bij jou?”, vraag ik haar. “Want je kunt de problemen van je kinddie jou raken, zien als een spiegel van jou als ouder. “Tja”, zegt Maaike en ik zie haar bedenkelijk kijken. “Ik weet wel duidelijker wat ik niet wil qua vriendinnen, maar niet wat dan wel.” 
 


Als we een stuk verder de duinen in gewandeld zijn, gaan we op een stel boomstammen zitten. Maaike vertelt “Zoals ik al eerder vertelde, ik ben er bij een haptonoom ooit achter gekomen dat ik er onbewust van uit ging dat mensen mij niet leuk vinden.”
Ik besluit Maaike een ‘spiegelvraag’ te stellen om te ontdekken hoe dat andersom is: “En hoe leuk vind jij andere mensen? Of sterker nog, hoe leuk vind jij jezelf?
“Ja daar zit misschien wel wat in”, zegt Maaike. “Ik heb het idee dat ik mezelf wel leuk vind.” “Geldt dat ook voor dat enthousiaste, spontane deel in jezelf?” vraag ik haar. `’Zoals Floor je duidelijk probeerde te maken (zie vorige nieuwsbrief). “Durf je dat al helemaal te laten zien? Of je eigen mening?” “Oeh”, zegt Maaike. “Misschien toch nog niet helemaal. Zakelijk wel, maar in privé-situaties nog niet helemaal”. Onmiddellijk komt er een vraag in me op en ik besluit hem Maaike te stellen: “Aan wie ben je loyaal door dit deel van jezelf niet helemaal te laten zien?”


Loyaal aan je familie

Ik heb Maaike in eerdere sessies al uitgelegd dat ik er van uit ga dat we onbewust loyaal zijn naar onze (voor)ouders, ons familiesysteem. En hoe dat doorwerkt op ons eigen leven nu. Je wil als kind graag dat je ouders trots en tevreden op jou zijn. Je wilt ze niet teleurstellen. Zelfs als je volwassen bent speelt dit nog steeds. Je blijft tenslotte altijd kind van jouw ouders, hoe moeilijk of ingewikkeld de relatie ook is. Onbewust wil je trouw of loyaal zijn aan de verwachtingen, overtuigingen, gedragingen en patronen van je ouders. Patronen die soms al generaties lang in de familie voorkomen. Ook al zijn deze soms beperkend of belemmerend voor jezelf. Zoals ‘hard werken’, ‘zuinig zijn’, ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, Je wilt je ouders, je familie niet afvallen. Vaak herken je deze loyaliteit aan terugkerende patronen waar je maar moeilijk van af komt, of moeilijk vooruitgang in boekt. 
 

Ik doe het anders dan mijn ouders

“Nou ik ben voor dat stuk niet loyaal aan mijn ouders”, zegt Maaike direct. “Want ik ben het al heel anders gaan doen dan zij hoor. Ik ben ergens anders gaan wonen, andere dingen gaan doen.” Dat geloof ik onmiddelijk”, zeg ik lachend. “Maar geldt dat ook voor dat spontane deel in jou en dat deel dat haar eigen mening wil geven. Wat maakt dat je jezelf toch nog niet helemaal durft te laten zien? Misschien heb je onbewust geleerd om minder spontaan en enthousiast te doen, je aan te passen aan het familiepatroon. Onbewust loyaal te blijven. Dat kunnen we nog eens nader onderzoeken”, stel ik Maaike voor. Maaike geeft aan dat ze dat wel wil. 

 

Goedkeuring van je ouders

Ik vraag Maaike om in de omgeving waar we zitten twee plekken uit te kiezen voor haar ouders. En Maaike tekent twee cirkels in het zand. “Kies nu ook nog een plek voor jezelf uit met het deel in je dat je nog niet helemaal durft te laten zien. Waar ga je dan staan ten opzichte van je ouders.” Als Maaike ook een plek voor haarzelf heeft gekozen en op die plek gaat staan vraag ik haar: “ Stel je in gedachten voor dat je je ouders daadwerkelijk op die plekken ziet staan. Hoe kijken ze dan naar je?” “Mijn vader en moeder kijken allebeiliefdevol”, antwoordt Maaike. “Wees je maar even bewust hoe dat voelt”, zeg ik.

Na een tijdje ga ik verder: “En stel je nu eens voor dat je dat enthousiaste en spontane deel van jezelf, met die eigen mening, aan je ouders laat zien. Door het bijvoorbeeld op je hand te zetten en te presenteren, of een andere vorm. Iets wat bij jou past.” “Hmm”, zegt Maaike, “Mijn moeder kijkt nu toch een beetje afkeurend.” 
 

 
Ik stel Maaike voor om de volgende zinnen aan haar ouders uit te spreken om te zien welk effect dat heeft. “Maar alleen als dat ook klopt voor jou”, zeg ik en zeg hardop voor: “Ik ben ik en jij bent mijn vader en jij bent mijn moeder. En ik ben jullie dochter. En kijk alsjeblieft vriendelijk als ik mijn pad ga en het anders doe dan jullie.” Maaike herhaalt mijn woorden, terwijl ze in gedachten haar ouders aankijkt. “Wat gebeurt er dan of wat ervaar je?”, vraag ik Maaike. “Mijn moeder kijkt nog steeds een beetje bedenkelijk. Het lukt haar dus nog niet helemaal om vriendelijk te kijken als ik het anders doe”, zegt Maaike. “Oke”, zeg ik. “Stel je maar voor dat achter jouw moeder haar moeder staat.” “He, zegt Maaike, ik zie niet haar moeder, maar juist haar vader achter haar, Ik heb duidelijk contact met mijn opa.” “En hoe kijkt hij?”, vraag ik. “Goed”, zegt Maaike. Ik voel duidelijk een band met hem.” Ik ga door met: “En hoe kijkt hij naar jouw moeder?”  “Wat grappig”, zegt Maaike. “Hij kijkt naar haar echt zo van toe maar, vindt het maar goed wat Maaike aan jou laat zien. Dat helpt mijn moeder zie ik.” “En wat gebeurt er als je de moeder van jouw moeder ook nog achter haar kunt zien?”, vraag ik haar. “Dan gaat het een nog stuk beter”, zegt ze. We herhalen dezelfde zinnen nog een paar keer en dan geeft Maaike aan dat haar moeder vriendelijk kijkt. En het enthousiaste en spontane deel met een eigen mening ok vindt.

Ik vraag Maaike of ze zich wil omdraaien en zeg: “Voel dat je ouders achter je staan. En kijk naar voren.” “Daar is heel veel ruimte”, zegt ze. We kijken allebei naar het uitgestrekte gebied in de duinen voor ons. Na een korte stilte ga ik door: “En zeg nu hardop: Ik ben vrij. Vrij om dit deel van mezelf te laten zien. Hoe waar is dat dan, op een schaal van 0 tot 10? “Een 7”, zegt ze. “Wat is er nodig om het nog sterker te maken?” , vraag ik. Ik zie Maaike bedenkelijk kijken. “Mijn moeder vindt er toch nog iets van. 


De plaats van herkomst

Ik vraag Maaike zich weer terug te draaien zodat ze naar haar ouders kijkt. En ik vraag haar wat er nog speelt of wat ze ziet. “Goh”, zegt Maaike, “ineens schiet me het dorp te binnen waar ik vandaan kom. Het is zo’n gemeenschap waar je het eigenlijk niet anders mag doenniet anders mag zijn.: “Ok”, zeg ik. “Het lijkt erop dat je nog een verbinding voelt met die plek. Ondanks dat je daar weg bent gegaan om ergens anders te wonen Geef dat dorp in gedachten maar een plaats in de omgeving waar we nu zijn. En herhaal de volgende zinnen: “Ik ben ik, jullie zijn jullie met jullie ideeën, wij zijn allemaal verschillende personen en we maken allemaal onze eigen keuzes.”
 

Opgelucht

Als Maaike de zinnen heeft uitgesproken zie ik een glimlach op haar gezicht. “Dat was fijn”, zegt ze. “Dat helpt. Dat lucht op.”
Opnieuw vraag ik Maaike om zich om te draaien. En naar de omgeving voor haar te kijken. Check nu nogmaals voor jezelf als je zegt: “Ik ben vrij. Vrij om dit deel van mezelf te laten zien. Hoe waar is dat dan, op een schaal van 0 tot 10? “een 9”, zegt ze. “Is dat voor nu voldoende of wil je het nog sterker?, vraag ik. “Ja, dat is voor nu helemaal goed”, zegt Maaike. “Ik voel dat ik op dit moment eigenlijk niets hoef te te doen wat vriendinnen betreft. Het mag vanzelf ontstaan.” Maaike maakt een foto maakt van de ruimte in de duinen voor ons. Dan blijven we nog even zitten en genieten van de zon. En lopen weer naar huis
 


Hoe is het nu met Maaike?

Een tijdje later schreef Maaike mij het volgende:
Dank je wel voor de fijne sessies. Ik zie dat Floor het naar haar zin heeft op school. Ze heeft vriendinnen en sluit aan in de klas. Ze blijft nog wel bescheiden en wil niet het middelpunt staan. Ze vindt het moeilijk om een vraag te stellen in de klas.
Ik merk bij mezelf dat er wel wat veranderd is. Ik neem nu afstand als het voor mij niet goed voelt. Maar het is nog niet klaar en wellicht heb ik over een tijdje behoefte aan een vervolg. 

* dit verhaal is met toestemming van Maaike* geschreven en in het kader van privacy is de naam aangepast
 



Warme groet,