Gisterenochtend kwam ik een artikel op internet tegen.
De titel was; “Deze 7 emoties moet je kind leren”
Bij de titel alleen al schoten mijn haren recht overeind. ‘Moet je kind leren’. Oja? “Hoezo moeten? Wie zegt dat? En wie vindt dat? En waarom?” Zijn dan gedachtes die mij te binnen schieten.
En hoewel ik het woord ‘moeten’ ook zeker wel gebruik 😱, vaak ongemerkt, het zit zo in ons patroon, schiet ik toch in de weerstand als ik het woord lees of hoor.
Ik kan me heel goed voorstellen dat als je de titel leest, het inderdaad heel vanzelfsprekend lijkt dat kinderen deze emoties moeten leren. Dan vergeet je al snel jezelf kritisch af te vragen.Is dat wel zo? Want hoe vaak stellen we onszelf eigenlijk vraagtekens bij uitspraken, normen en waarden die we zo vaak hebben gehoord, dat we ze automatisch overnemen?
De titel “Deze 7 emoties moet je kind leren” triggert me, dus ik klik uiteraard verder om het artikel te lezen. Ik ben benieuwd welke emoties kinderen dan zouden moeten leren. En ik lees: ‘Verdriet, teleurstelling of boosheid’: kinderen moeten op een gezonde manier leren omgaan met emoties”. Ook frustratie, angst, schuldgevoelens en verveling zijn emoties waar kinderen ‘mee om moeten leren gaan. Op een positieve manier mee moeten leren dealen’.
Ook hier snap ik dat we deze boodschap als heel vanzelfsprekend aannemen. Dat het logisch lijkt dat kinderen dit zouden moeten leren. Want ja, je wil natuurlijk heel graag dat je kind hier op een goede manier mee omgaat. Ik ook. Maar wat we ons vaak vergeten af te vragen is: hoe goed ga ik hier eigenlijk als moeder zelf mee om? Hoe gezond ga ik om met deze emoties?
Hoe reageer jij als je je gefrustreerd voelt. Neem je dan rustig een pauze en haal je eens diep adem? Of als je je boos voelt? Uit jij dat op een positieve manier? Net als teleurstelling, kun jij daar prima mee omgaan?
Gezond omgaan met emoties? Kan ik dat eigenlijk zelf wel? En als ik het al niet kan? Waarom zou mijn kind het dan moeten, laat staan kunnen leren?
Ik denk dat we het onze kinderen pas kunnen leren, zodra we het zelf onder de knie hebben. Het is anders ook nauwelijks geloofwaardig voor je kind.
Stel je zoon of dochter heeft een 3 gescoord op het rapport en is daar erg teleurgesteld over. En jij geeft aan, dat dat soms gebeurt. Dat het soms mee zit en soms tegen. Dat het erbij hoort. Maar stel; jij krijgt op je werk een 3 voor jouw functioneren of een 3 als evaluatie op de presentatie die je hebt gegeven. Wat laat jij dan zien? Hoe ga jij daar mee om?
En wat denkt je kind dan, als hij ziet dat jij moeite hebt om er mee om te gaan?
Mijn gedachte vroeger als kind was dan al altijd: huh? Waarom moet ik dat wel ‘goed’ doen, en jij niet?
En nu voel je je misschien schuldig (zo’n emotie waar ‘kinderen gezond mee moeten leren omgaan’). Schuldig omdat je beseft dat je je kind deze emoties probeert te leren, terwijl je het zelf misschien nog niet eens onder de knie hebt. En dat herken ik natuurlijk.
Maar ik wil juist graag duidelijk maken dat het heel menselijk en logisch is, hoe moeilijk het soms is om met deze emoties om te gaan. Dat wij het ook niet goed hebben geleerd om plausibele redenen. En dat het gewoon soms niet meevalt. En dat we dat voor onszelf snappen.
Maar ook voor onze kinderen.